Deportatiepraktijken in de VS zijn veranderd door big data en surveillance. Het Department of Homeland Security (DHS) vertrouwt steeds meer op big data en technologie om invallen en deportaties uit te voeren. Terwijl staten, steden en technologiebedrijven steeds meer gegevens over ons allemaal verzamelen, heeft het DHS manieren gevonden om toegang te krijgen tot onze persoonlijke gegevens en deze op te slaan en nieuwe technologieën te verwerven om individuen te lokaliseren en arrestaties en deportaties uit te voeren. Gegevens van autorijbewijs- en registratieafdelingen (DMV's) van de staat zijn een van de belangrijkste informatiebronnen die immigratie- en douanehandhaving (ICE) gebruikt voor het uitvoeren van immigratiehandhaving.
In een ideale wereld zou de federale overheid regels stellen over hoe particuliere en openbare entiteiten in het hele land gegevens mogen verzamelen, opslaan en delen. De huidige realiteit is echter dat persoonlijke gegevens worden verzameld door lokale en overheidsinstanties en particuliere bedrijven, en federale instanties krijgen toegang tot de gegevens via formele en informele kanalen. Daarom, staatsoverheden hebben een cruciale rol te spelen bij het ingrijpen om ervoor te zorgen dat gegevens niet worden verzameld tenzij dat nodig is, niet langer bewaard dan nodig is, en niet gedeeld met een instantie zonder gerechtelijk bevel. Dankzij SB-131 zijn onze gegevens veel beter beschermd, maar we weten dat er nog werk aan de winkel is.